Een ander vergeven, is het beste geschenk dat je jezelf kunt geven!
Vergeven is vaak gemakkelijk als het om kleine dingetjes gaat maar kun je ook vergeven als iemand je echt iets heeft aangedaan? Enige tijd geleden kwam ik op Youtube de "Dalai Lama Mantramix 7" tegen en ik dacht: Wow....dit is het toppunt van vergeven! De Lama vertelt over een monnik die door het Maoïstische bewind in 1959 opgepakt werd en in een Chinese cel belandde. Na achtien jaren in de cel doorgebracht te hebben, werd hij vrijgelaten vanwege een machtswissel in China. De Lama en de monnik zijn goede bekenden van elkaar. Na zijn vrijlating ontmoet de Dalai Lama de monnik in India en praat de monnik over het dreigende gevaar dat in al die jaren gevangenschap op de loer lag. 'Gevaar?'...vroeg de Lama, 'gevaar voor je eigen leven?' 'nee, maar het gevaar, dat ik mijn compassie jegens de Chinezen zou verliezen', sprak de monnik.
Op 4 augustus 2000 werden wij brutaal bestolen. Het was een zwoele zomeravond waarop we de 3e verjaardag van Jill -onze dochter- vierde. Vanwege een dreigend onweer vierden we haar verjaardag binnen, destijds de woning boven onze zaak. Het was de eerste werkweek na onze vakantie en zoals gewoon mega-druk en een super omzet in de kapsalon. De plaatselijke SRV-man van destijds had mijn klanten van het verhuurbedrijf bediend, waar ik ook na mijn vakantie mocht gaan afrekenen. Dubbel kassa dus! Nu is zo'n goede omzet geen overbodige luxe na een vakantie. Immers, we hadden ook twee weken helemaal geen inkomsten, dus die centjes moesten echt naar de bank. Destijds droeg ik nooit -en nog steeds niet- een beurs op zak. Tot grote ergernis van mijn vader die vond dat geld niet los in een broekzak hoorde te zitten. Een beurs in je broekzak tekent af en lokt sneller een dief dan een paar briefjes los in je broekzak was mijn antwoord. Toch gebruikte ik in die tijd wel een beurs wanneer ik afrekende bij de klanten van mijn toenmalige verhuurbedrijf Party Limburg. Ik haalde ik het wisselgeld netjes uit mijn horecabeurs. Ik wilde immers niet overkomen als het "type-auto-sloper".
De bewuste avond rende ik na de laatste klant snel de trap op om me wat op te frissen. In mijn haast had ik de "grote" beurs met ongeveer 3500 gulden in een open kast op de badkamer tussen twee stapeltjes handdoeken gelegd. Gezellig vierden we de verjaardag van Jill, niet meer denkend aan de beurs op de badkamer waar tevens het toilet was. Pas de volgende morgen miste ik de beurs maar ik kón en wilde niet aan diefstal denken. We waren immers met een klein gezelschap en iedereen was zo zomers gekleed, in T-shirt en korte broek, dat het gewoonweg onmogelijk was om zo'n gevaarte ongezien naar buiten te smokkelen. Het kon slechts één iemand gedaan hebben, een vrouw die met een tas haar kind verschoonde op de badkamer en daarna direct naar huis wilde. In nette juridische taal heet dat dan: aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid. Een verdachte blijft een verdachte totdat het tegendeel bewezen is. Daar zaten we dan: een geplunderde bankrekening, onze belangrijkste omzet van het jaar gestolen en een stapeltje onbetaalde rekeningen die tijdens onze vakantie onze brievenbus wisten te vinden. Ik had een week lang keihard gewerkt en goed verdiend, maar ik voelde me vernederd tot op het bot toen ik tegen Ingrid moest zeggen dat ze alleen de hoogstnodige boodschappen mocht kopen voor de dagen die volgden.
Al jong was ik van mening dat ik iedereen betaald moest zetten voor hetgeen mij werd aangedaan. Nam je me te grazen, dan pakte ik je twee keer zo hard terug. De man die ééns mijn liefje afpakte bezorgde ik de slechtste dag van zijn leven en de zatlap die me eens een kroket in mijn gezicht duwde, wachtte ik op in de nachtelijke uren vóór de uitgang van een dancing. "Vergeven" bestond in mijn wereld niet! Naarmate ik ouder werd bezocht ik steeds vaker de kerk. De schuldbeleidenis aan het begin van de mis was voor mij zoiets als een wekelijkse "schone-lei-verklaring". Echter ik piekerde alsmaar door over de mensen die mij destijds zo vernederd hadden met hun hebzucht en hoe ik ze te grazen zou nemen. ....(ik belijd voor de almachtige God dat ik gezondigd heb, in woord en gedachten, in doen en laten)....... Een goede vriendin die toentertijd aan een dodelijke longkanker leed raadde me aan om niet te haten. Ze sloeg met een vuist op haar borstkas en zei: 'als je iemand haat met iedere vezel uit je lichaam dan maakt het jou ziek, mijn ziekte welteverstaan'. Ik probeerde anders te zijn, ik probeerde te vergeven maar wat was dat verdomd moeilijk. Na het lezen van "lifechanging" lectuur besloot ik werkelijk te gaan vergeven. Ik besefte opeens dat ik het aan mezelf verplicht was. Immers, wie heeft er baat bij de woede die ik voel wanneer ik aan die mensen denkt? Niemand! Het schaadt mij. Straf ik hen door mijn woede? Nee! Ze pakken me nog meer af dan louter geld, namelijk mijn levensvreugde. Met negatieve gedachten schaadt je maar een iemand, jezelf. Ik vertelde Ingrid dat ik de "verjaardagsdieven" had vergeven en dat ik ze zelfs nog koffie met gebak zou aanbieden wanneer ik ze in een lunchroom zou tegenkomen. Ze keek me aan of ze water zag branden. Ik meende wat ik zei, ik vergaf het hen! Ik was ineens dolgelukkig dat ik niet zo ben zoals zij.
Zij waren het die mij lieten zien wie ik absoluut niet wil zijn. Deze mensen hebben mij geleerd te vergeven. Zij hebben me geleerd compassie te hebben met de mensen die het juiste pad nog niet bewandelen. Zij hebben me deels gevormd tot degene die ik "in wording" ben. Ik ben hen dankbaar!
Wanneer je de moed hebt om wonden te laten helen in wijsheid, zal je degenen die jouw wonden maakten kunnen vergeven. Het is niet nobel om superieur aan een ander te zijn, het is nobel wanneer je superieur bent aan je vroegere "zelf" Wanneer je jezelf en een ander kunt vergeven, dan pas zal je werkelijk verlichting vinden.
...moge de Heer onze God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven en ons geleiden naar het eeuwig leven, amen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten