Totaal aantal pageviews

zondag 30 december 2012

(26)Met minder gelukkig.

Het jaar is ten einde, de dagen van overdaad -oftewel de dagen die wij 'feestdagen' noemen- liggen alweer bijna achter ons. Het was een jaar waarin we weer naar de stembus mochten, een nieuwe regering werd geformeerd en een regeerakkoord dat bovenmodaal Nederland op z'n achterste poten zette werd gepresenteerd. Linkse partijen zijn voor nivelleren in tegenstelling tot rechts, dat weten we maar als een rechtse partij linkse trekjes krijgt dan worden haar stemmers boos. Het is een menselijke trek dat we bang zijn dat ons iets wordt afgenomen. We zijn immers tweeënhalve keer banger om iets te verliezen dan dat we bereid zijn moeite te doen om het te verkrijgen. We gaan in het nieuwe jaar achteruit in koopkracht, maar worden we ook ongelukkiger? Vaak denk ik dat de crisis ons weer terug brengt naar waar we vandaan komen. Hoe vaak spreken we vol lof over de tijd van vroeger terwijl we er niet meer in zouden kunnen leven?

Een jaar geleden plaatste ik een artikel 'Op Jouw Sterfbed' waarin ik de tweeverdieners wilde waarschuwen om niet te veel van hun opgroeiende kinderen te missen. Ik wil allerminst een beschuldigend vingertje uitsteken naar tweeverdieners want mijn vrouw en ik horen daar ook bij. Ik pleit ervoor om naast het broodnodige werken ook tijd vrij te maken om te genieten van je gezin. Soms lijkt het of meer inkomen het enige is dat mensen nog gelukkig kan maken. De stelling; 'geld maakt niet gelukkig' gaat niet altijd op. Als er nog openstaande rekeningen zijn die je moet betalen waar je geen geld voor hebt dan kun je je daar behoorlijk beroerd bij voelen. Ik kies voor: 'MEER geld maakt niet gelukkiger' en hiermee kom ik tot de kern van deze column. HOEVEEL IS GENOEG?

Er is verschil tussen 'behoefte' en 'verlangen'. In de mooie tijd van vroeger wist men feilloos het verschil. Het besteedbaar inkomen was bedoeld voor de behoefte en het spaarpotje voor de verlangens. In 1974 keken we de wereldkampioenschappen voetbal op een zwart-wit televisie. Een kleurentoestel was slechts een verlangen. We spaarden er tot de kampioenschappen van 1978 voor. Nu, geruime tijd later, zijn de verlangens grenzeloos. We willen meer consumeren en weigeren te kiezen voor meer vrije tijd. De bedoeling van de groei van technologie was het verkrijgen van meer vrije tijd maar de reclames creëren een kunstmatige behoefte. De grens tussen behoefte en verlangen is vervaagd en meer geld maakt schijnbaar gelukkiger.

In 'How Much Is Enough' leggen de schrijvers Robert en Edward Skidelski het verschil uit tussen behoefte en verlangen. Behoeften hebben een verzadigingspunt. Verlangens daarentegen bezitten geen gebruikswaarden en kun je onbegrensd aanschaffen. Het ontbreken van het verzadigingspunt maakt dat tweeverdieners steeds meer willen werken om nog meer te kunnen consumeren. Echter ze hebben niet in de gaten dat ze niet gelukkiger worden, op de automatische piloot storten ze zichzelf in een burn-out of een andere ongelukkige situatie. Immers, het bezit van de zaak is het einde van het vermaak. Er is nog nooit iemand langdurig gelukkig geworden van de laatste nieuwe I-pad of die half betaalde nieuwe auto. Mensen laten zich graag manipuleren door reclame of hun omgeving en vergeten de kleine dingen waarvan ze ooit gelukkig werden.

Kunnen we gelukkig worden met minder? Ik denk het wel. Sinds 2008 heerst er een economische crisis maar ik ben er van overtuigd dat dit het begin is van een schitterend tijdperk waarin we weer waarde hechten aan zaken die er echt toe doen. Wat werden we verwend door de waardestijging van ons huis. Hypotheekverhogingen gaven ons financiële ruimte om die dakkapel eindelijk te laten bouwen of om ons huis te vergroten maar was die waardestijging reëel? De waarde van iets wordt immers bepaald door de verhouding van vraag en aanbod dus is waarde slechts een emotie van het moment. Onlangs zat een klant in mijn knipstoel en vertelde me dat hij voor het hele gezin nieuwe matrassen had gekocht. Toen ik de loftrompet blies over zijn verstandige aanschaf zei hij direct daarna dat dit een aanslag op hun wintersportvakantie was. Ik vroeg hem of een dergelijke vakantie noodzakelijk was. Hetgeen hij niet begreep was dat goede matrassen een behoefte is en een tweede vakantie, een verlangen.

Ik ben er heilig van overtuigd dat we door minder te (willen) consumeren meer vrije tijd beschikbaar kunnen maken en daardoor gelukkiger worden. Spiegel je niet aan de mensen die de laatste nieuwe 'gadgets' aanschaffen en aan hun schijnbaar gelukkige leven. Je weet niet half hoe ze lijden. Het gros doet zijn uiterste best om mensen te laten geloven dat ze gelukkig zijn maar in werkelijkheid gaan ze gebukt onder hun grenzeloze hebzucht. Ik zie wel wat 2013 me brengt. Ik maak me niet druk over verhoging van de ziektekosten of  het verminderen van de koopkracht. Ik consuminder!! En ik geniet van datgene wat mij gelukkig maakt.

Ik wens al mijn lezers een gelukkig Nieuwjaar, met of zonder gevulde bankrekening!

Namasté.

soortgelijk artikel:

Op jouw sterfbed

zondag 16 december 2012

(25) Zonder RESPECT geen.....

December 2012 wordt gedomineerd door één woord. namelijk: RESPECT.
Na de zware mishandeling met dodelijke afloop van een grensrechter in Almere lijkt zinloos geweld ineens meer aandacht te krijgen dan voorheen. Moesten we nu al die tijd wachten dat er een mishandeling op een voetbalveld plaatsvond? Is de mate van belangrijkheid afhankelijk van de plaats waar het delict plaatsvindt?
Zal Richard Nieuwenhuizen  het uitverkorene slachtoffer zijn die voor een ommekeer in onze samenleving zorgt?

Journalistiek is selectief. Iemand die denkt dat ie iets mist zonder journaal te kijken heeft het mijn inziens mis. Het nieuws moet sensationeel zijn en moet het waard zijn om voor op te blijven. Vóór het reclameblok wordt al gepropageerd voor de items die je in het journaal kunt verwachten. Maar niets is wat het lijkt. Er is meer aan de hand, meer zaken die even belangrijk zijn maar de headlines niet halen. In juni van dit jaar werd in het centrum van Sittard de 23 jarige Glenn van Haen door een bokser doodgeslagen. Van Haen die enige tijd ervoor een ruzie suste tussen twee ruziënde partijen tijdens een voetbaltoernooi zou wel "te grazen" worden genomen. Als je niet in Zuid-Limburg woont weet je hier niets van af!

Ik ken maar heel weinig mensen die de laatste tijd de mond niet vol hebben van het woordje respect. Er zijn hele volksstammen die moeite hebben met het geven van respect. Respect hebben zit vaak in hele kleine dingen. Respectvol zijn uit zich niet in grootsheid. Ik heb mijn kinderen bijvoorbeeld geleerd dat je geen respect hebt voor mensen als je vuil op straat gooit. Wanneer je een leeg blikje op straat gooit dan heb je geen respect voor degene die het op moet rapen. De hoeveelheid straatvuil zegt meestal iets over de mensen die er wonen en hun respect naar bepaalde beroepen.
Respectloze mensen hebben ook een "mannetje" die de tuin schoffelt, of noemen de loodgieter "mannetje".
Een vriend van me vraagt standaard of de meneer die "mannetje" genoemd wordt, niet groter is dan één-meter-vijftig. Toen hij me dit vertelde heb ik dat overgenomen en ik moet eerlijk bekennen dat dit een geweldige spiegel is die je iemand kan voorhouden. Mensen die respect hebben voor iedereen hebben geen "mannetjes". Neen, zij kennen een meneer die helpt in de tuin en daar krijgt hij een vergoeding voor. Respect heb je voor de loodgieter, de interieurverzorgster, de straatveger et cetera

Respect hebben is aangeleerd gedrag, je krijgt het mee in je opvoeding. Respect hebben leer je niet na een stille tocht. Ik heb trouwens helemaal niets met stille tochten omdat ik dat een podium voor slecht gedrag vind. Ik geloof niet dat alle stille tochten van de laatste jaren iets hebben bijgedragen aan het terugdringen van zinloos geweld. Vorige week zag ik ineens een poster aan het raam van mijn overburen met de titel: Zonder respect geen voetbal. Omdat mijn overbuurman bij de KNVB werkt keek ik er niet van op. Verder heb ik de poster ook nergens meer gezien. Dinsdag las ik een column in het Limburgs Dagblad waarin de schrijver beweert dat er in de wijk Galgenwaard in Utrecht aan ieder raam zo'n poster hing. In Galgenwaard wonen de meeste licht-ontvlambare voetbalsupporters van Utrecht. Ik vraag me af: zou het naïef van mij zijn om nu te geloven dat iedereen met zo'n poster aan het raam met respect voor de tegenstander naar de eerst volgende thuiswedstrijd gaat?

De jonge mensen die Richard Nieuwenhuizen de dodelijke klappen gaven zullen beslist gevonden hebben dat deze grensrechter hen respectloos behandelde door te vaak te vlaggen voor buitenspel. De columnist van ons plaatselijke dagblad noemt het zeer treffend: Respect is het tweelingbroertje van gekrenktheid!

Respect, we hebben er de mond vol van maar geven we het net zo makkelijk als we het wensen te ontvangen? Respect is iets wat veel mensen per kilo wensen te krijgen, maar slechts per ons aan anderen willen geven*. 

Laten we nu eens met z'n allen de hand in eigen boezem steken en niet met de beschuldigende vinger naar anderen wijzen. Kijk eens wat je zelf kunt doen, met respect en onbaatzuchtig naar een ander toe. Groet de verkoper van de straatkrant eens net zo vriendelijk als jouw huisarts. Doe het eens gewoon, het geeft een heel apart gevoel. De wereld kan alleen maar beter worden als je bij jezelf begint.

Heal the world, make it a better place!

* citaat van columnist Gerard Kessels

(24) Woorden schrappen voor een gelukkiger leven.

Een tijd geleden schreef ik over taal en wat het met je doet. (nummer 15 dd. 10-01-2012) Ik kan niet genoeg benadrukken dat woordkeuze bepalen  hoe jij je voelt. Onlangs las ik een column waarin de vernietigende kracht van het woord 'belachelijk' werd uiteen gezet. Ik ben er van overtuigd dat we een gelukkiger leven kunnen leiden door het schrappen van enkele woorden uit ons vocabulaire. 

Allereerst raad ik je aan om van mij aan te nemen dat jouw onderbewuste meeluistert terwijl jij praat. Dit onderbewuste kun je vergelijken met een kind van een leeftijd tussen twee en vijf jaar. En ook voor dit fenomeen geldt: kleine potjes hebben grote oren. Zo meteen zal ik een aantal woorden opsommen die ik vervangen of geschrapt heb voor een plezieriger leven of om concreter te zijn waardoor ik duidelijker ben naar anderen toe.

Ik begin bij het gebruik van extremen. Misschien val ik in herhaling maar het gebruik van extremen kan heel schadelijk zijn voor ons welbevinden. De woorden: altijd, nooit, overal, nergens, iedereen, niemand, niets en alles zijn de schadelijkste die ik me kan bedenken. Denk eens na bij de volgende zinnen.
Niemand houdt van mij.
Ik krijg altijd de schuld.
Ik sta altijd voor iedereen klaar.
Iedereen praat erover.
Als ik iemand nodig heb dan zie ik niemand.
Ik win nooit wat.
Kun je je voorstellen als jouw onderbewuste deze uitspraken voor waar neemt? En dat doet het meestal.
Extremen bieden geen ruimte voor alternatieven zoals: bijna overal, veel of vaak. 

Het woordje 'moet' of 'moeten' zou ik graag willen schrappen uit de Dikke van Dale. Moeten associeer je meestal met bezigheden waarvoor je niet zelf gekozen hebt. Als kind speelde 'moeten' een grote rol. Het maken van eigen keuzes was bijna niet mogelijk en het meeste van jouw bezigheden 'moest' je van je ouders, school of kerk. Eenmaal volwassen geworden besef je vaak niet hoeveel vrijheden die je hebt. Je kunt je eigen weg kiezen, actief of passief zijn. Het maakt niet uit welke keuze je maakt in je leven, elke keuze heeft een consequentie en die is voor jou. Als je eenmaal onder de vleugels van jouw ouders uit bent moet je he-le-maal niets meer. Dus stop dan ook eens met dat woord. Je kunt het vervangen door willen of kunnen. Dat is niet gemakkelijk. Als je het woord 'moeten' vervangt door "willen' dan moet je jezelf overtuigen van de voordelen die het je biedt. Een voorbeeld uit mijn eigen leven. 'Ik moet de boekhouding nog doen'. Ik zei steeds 'moet' want ik deed het niet omdat het mijn hobby was. Nu zeg ik: 'ik wil de boekhouding doen', en ik denk aan de voordelen van het af-hebben van de boekhouding. Mensen die moeten werken zouden gelukkiger worden met het besef dat ze kunnen werken. 

Proberen is een veelgehoord woord dat te veel ruimte biedt om iets te laten mislukken. Als je een appel van de fruitschaal pakt zeg je ook niet: ik probeer die appel te pakken. En als je koffie drinkt twijfel je niet dat je het kopje  feilloos naar je mond zou kunnen brengen mits je geen aandoening hebt die jouw centrale zenuwstelsel beschadigde. Waarom 'proberen' mensen zo veel zaken die alleen maar moeilijk zijn vanwege hun twijfel? Ik sluit hier het liefst een uitdrukking achteraan, gewoon omdat het erbij hoort. 'We zien wel waar het schip strandt'. Wanneer je jezelf weet te overtuigen van een succesvolle afloop dan strandt er geen schip maar wanneer je deze uitdrukking steeds weer gebruikt dan verzeker ik je dat het schip vaker strandt dan nodig is.

Het woord dat in mijn leven de meeste van mijn planningen overhoop gooide was: 'eigenlijk'. Het gebruik van 'eigenlijk' betekent dat je geen besluit neemt over ja of nee. Zodra iemand je om een gunst vraagt en je hebt er eigenlijk geen zin of tijd voor dan ben je vaag genoeg om drammerig gedrag van de ander uit te lokken. Als je eigenlijk geen tijd hebt voor een ander dan ben je onduidelijk over het wel of niet hebben van tijd voor de ander. 
De klanten die te laat belden en waarvoor ik eigenlijk geen tijd had knipte ik tijdens pauzes of na sluitingstijd. Mijn inziens is het in zakelijk opzicht beter om een klant 'JA' te verkopen dan 'NEE'.  Ja of nee zeggen schept duidelijkheid voor zowel degene die vraagt als hij die antwoordt. 

Sinds taal mijn passie is ben ik steeds meer gaan begrijpen dat taal bepalend kan zijn voor je humeur en je wereldbeeld. Degene die zegt dat de wereld rot is en dat er niemand deugt maakt een vreselijke tijd door op aarde en heeft jammer genoeg geen oog voor de vele fijne mensen die eveneens de aarde bevolken. 

Als dit onderwerp jou interesseert verwijs ik graag naar een heel goed Ankertje: Gevangen In De Taal van Paul Liekens. Ankertjes zijn boekjes van pocketformaat van uitgeverij Ankh Hermes en kosten doorgaans vijf of zes Euro.

Wil je meer lezen over de vernietigende kracht van het woordje 'belachelijk' klik dan hier.



zondag 5 augustus 2012

(23)Yippie-ja-ja-yippie-yippie-yeah!

Op zo'n dag als vandaag dan voel ik me weer een geluksvogel. Ik mag dingen meemaken welke mij stof tot schrijven geven en onderstrepen hetgeen ik in "mijn boek in wording" schrijf. Voor hen die niet weten waar ik het over heb: Ik schrijf aan een boek dat ik zelf graag gelezen zou hebben alvorens ik (té) jong met een eigen onderneming begon. Ik behandel zo veel mogelijk wat belangrijk is om te weten als zelfstandige oftewel: alle door mij genomen hindernissen en valkuilen hoeft de lezer niet te nemen.

In het dagelijkse leven maak ik dingen mee die ik afkeur maar ook het tegenovergestelde komt op mijn pad. Sommige ondernemers gedragen zich zo geweldig ten opzichte van de klant terwijl de andere vergeet van "wie" hij nou eigenlijk eet en de rekeningen betaalt.

Vandaag ging ik naar een bouwmarkt in Kerkrade en nam er een winkelwagen. Op zich is dat niet zo vreemd maar wanneer je waarneemt dat er op het parkeerterrein minstens tien hokjes zijn waar je "jouw kar" kan terugplaatsen na het legen, dan merk je op dat dit een leuke service van het bedrijf is. Wat een fijne instelling. Je neemt een kar, koopt wat je nodig hebt inclusief de "impulsjes" omdat ze prijken op de kopstelling aan de kassa en loopt er mee naar de parkeerplaats. De winkelwagen parkeer je in één van de -ruim aanwezige- hokjes (zie foto) en je rijdt mogelijk huiswaarts.

Maar opeens komt er een dag waarop de bouwmarkt besluit dat klanten hun karretjes terug moeten brengen waar zij ze gehaald hebben. De klantvriendelijkheid waarop men rekende is er niet meer! Als je euro (borg) je lief is dan moet je maar een stukje lopen.

De belangrijkste zakelijke tip kreeg ik in 1988. Ik was nog niet zelfstandig maar stond op de loonlijst van een groot bedrijf. De eigenaar -een zeer succesvol zakenman- gaf mij een advies waarmee ik tot op de dag van vandaag  nog steeds blij ben dat ik hem kreeg. Hij zei: 'neem de klant NOOIT af waaraan je hem hebt laten wennen, geef maar meer maar NOOIT minder'! Bied je jouw klant een kopje koffie aan bij een bezoek dan blijf dat doen. Leg er wel een koekje bij maar stop niet met de service die de klant gewend is. Veelal gaan zaken ten onder aan hun eigen succes. In het begin geven ze veel en vragen weinig maar naar verloop van tijd vragen ze meer en geven minder. De liefde van de klant is echt niet onvoorwaardelijk en een bedrijf op zijn retour krijgt in de regel geen tweede kans van de klant. Meer hierover vind je binnenkort in mijn manuscript als ik het op TenPages.com plaats.

Terug naar de bouwmarkt........... In één van de overdekte units stonden ongeveer tien winkelwagens. Het eerste exemplaar werd er neergezet door iemand die makkelijk een euro kan missen en de rest sluit erop aan. Op het moment dat ik mijn kar leegde en met de gedachte speelde om ook "aan te hangen" en niet te kiezen voor de wandeling, werden de wagentjes opgehaald door een medewerker van de yippie-ja-ja-winkel. De zon scheen, de temperatuur was heerlijk en ach: wat maakt een wandeling over een parkeerterrein dan uit? Toen ik mijn borg van een euro terug had kwam de medewerker met de sliert karren aan en ik sprak hem aan. Op zo'n moment heb ik weer het waanbeeld dat ik een "man with a mission"  ben en denk ik dat ik een zakelijk inzicht -welke mij geen windeieren heeft gelegd- moet delen.

Ik: 'meneer, dat is toch eigenlijk niet zo mooi he, u laat de klant eerst aan een bepaalde service wennen en vervolgens pakt u deze service weer af'. Ik zag aan zijn gezicht dat ik een ongezonde dosis woede in hem losmaakte en ik wachtte zijn relaas af. Hij: 'nu moet ik oppassen dat ik niet teveel ga schelden. (in het Kerkraads: noen mot ich oppasse dat ich neet tze veül goa sjoebe) maar weet u hoe het gaat? Als de rij vol blijven ze maar door duwen, de mensen hebben geen fatsoen.......... en daarom  leren we ze nu weer aan om de wagentjes naar de winkel terug te brengen. En geloof me: daar wennen ze ook aan! Ik: 'ja natuurlijk hoor, als jullie daar zo'n goede reden voor hebben, wie ben ik om daar verandering in te willen brengen. En ach,.....waar bemoei ik me ook mee, yippie-jee.

Ik geloof niet dat minderen van pluspunten direct voelbaar is bij een groot winkelketen als dit maar voor veel ondernemers is het "niet luisteren" naar een welgemeend advies van dit kaliber een gemiste kans.
Mijn adviezen aan de "yippie-ajaaj-winkel" zou zijn: breek die tien winkelwagenstallingen op je parkeerterrein af of gebruik ze waar ze ooit voor bedoeld waren. Het is niet dat "de mensen" geen fatsoen hebben maar het komt natuurlijk wel eens voor dat de rijen te vol zijn. Dit zou wel eens aan het feit kunnen liggen dat er geen werknemer beschikbaar was om wat karren op te halen. Kom op yippie-ja-ja-winkel, blijf jezelf onderscheiden van al die andere bouwmarkten en kak niet in. In ondernemersland is het vaak net dat kleine stapje meer. Vooral in deze tijd! Zodat je trots kunt zeggen: hier is het Yippie voor iedereen!


zondag 1 juli 2012

(22) HonderdProcentWaanzin.

Stelling: Het streven naar honderd procent maakt ons blind voor de tachtig procent waardoor we een perfect gelukkig en volmaakt leven kunnen leiden.

Lees deze zin gerust twee of drie keer, sluit vervolgens jouw ogen en wees ervan overtuigd dat jij één van velen bent die aan deze ziekte lijden. Of het nu gaat om een liefdesrelatie, zakelijke relatie of materieel bezit. Steeds weer zoekt men naar de honderd procent. Op het moment waarop ik dit artikel schrijf besef ik me dat ik het laatst geschreven heb op 24 maart jl. Ik heb een tijdje geleden aan een "writersblock". Dit is in de wereld van schrijvers en dichters een heel interessante "ziekte". Vergelijk het maar met de "poliep" bij de zangers en zangeressen. Om te schrijven heb ik meestal gebeurtenissen nodig, zowel positief als negatief. Johan zegt: 'ieder nadeel heb zo z'n voordeel' en zo heeft een gebeurtenis van ongeveer een week geleden mij gemotiveerd om weer wat letters aan het witte vlak toe te vertrouwen, maar daarover later.

Een half jaar geleden dronk ik koffie met een schrijver. Hij had een boek geschreven maar ging er niet mee naar een uitgever. Steeds maar weer verbeterde hij zinnetjes, woordjes, punten en komma's. Het moment waarop hij volkomen tevreden zou zijn diende zich niet aan totdat een vriend tegen hem zei dat hij aan "honderdprocentwaanzin" leed. Tijdens ons samenzijn vertelde hij me dit en de term "honderdprocentwaanzin" hoorde ik voor het eerst in mijn leven.. Echter ik wist dat het ooit een titel zou worden van een column. Hoe meer je erover nadenkt hoe vaster je ervan overtuigd bent dat deze aandoening debet is aan veel problemen. Je hebt beslist wel eens gehoord dat er mensen zijn die denken dat het gras groener is bij de buren. Je kent ze wel: de mensen die nooit tevreden zijn met hun partner, gewoon omdat deze geen honderd procent perfectie biedt. Negativisten zijn steeds weer in staat om minpunten te benoemen terwijl ze de pluspunten zijn vergeten. Ontevreden partners benoemen alleen hetgeen ze missen in hun relatie en niet het  -tachtig procent- positieve.   Zou het niet zomaar kunnen zijn dat de meeste van ons tachtig procent energie steken in de zoektocht naar die twintig procent? want zeg nu eens eerlijk: waarom verruil je het een voor het andere? Zouden we niet relaxter leven bij acceptatie dat NIETS perfect kan zijn? Ik kan je vertellen dat ik ontspannender in het leven sta na het besef van het feit dat tachtig procent "goed" me tevreden stelt.

Meer dan tien jaar filosofeerde ik regelmatig met een goede vriend over van alles en nog wat maar vooral over onze klanten. We zijn werkzaam in verschillende branches maar hebben met elkaar gemeen dat we met mensen werken. Onze gesprekken gingen meestal over onbetaalde facturen, niet nagekomen afspraken en andere moeilijkheden die je bij klanten kunt tegenkomen. Iedere branche heeft zijn eigen problemen, het is mijn inziens inherent aan het ondernemerschap. Zowel hij als ik streven we naar honderd procent, echter ik ben tevreden met goede klanten en hij alleen met perfecte klanten. Dit laatste heeft een einde gemaakt aan onze jarenlange vriendschap. Naast een vriendschappelijke was er ook een -eenzijdige-  zakelijke relatie, zowel bij hem als zijn partner. Was! Verleden tijd! Omdat ik niet de perfecte klant was! Ik was een -bijna- perfecte klant met één minpuntje: ik kom regelmatig een "ietsiepietsie" te laat. Het zijn maar minuutjes maar deze keer maakte ik daar twee mensen erg kwaad mee. Ik kreeg een verbale berisping die ik als -bijna- perfecte klant niet accepteer.

In mijn "boek in wording" staat een hoofdstuk met de titel: "goed is de vijand van beter". Je zou hieruit kunnen concluderen dat ik pas tevreden ben met honderd procent. Ik vind dat je best mag streven naar beter maar dat de zoektocht naar de resterende twintig procent niet van invloed mag zijn op de tachtig procent die er al zijn. Het gevaar dat je tachtig procent steekt in twintig procent "onnodig" ligt op de loer waardoor je onherstelbare schades toebrengt aan goede relaties of andere zaken.

Als we eens met zijn allen tevreden zouden zijn met tachtig procent perfectie. Als we de onvolkomenheden van de mensen die we liefhebben met een dikke korrel zout zouden nemen. Kortom: als we niet aan "honderdprocentwaanzin" zouden lijden, zouden vriendschappen en relaties langer standhouden. Benoem eens wat er wel is en niet wat er ontbreekt. Besef hetgeen je hebt en niet wat je mist. Laat jouw zoektocht naar dat beetje "perfectie" geen aanval zijn op hetgeen jouw leven verrijkt. Ben eens tevreden en......LEEF!!!

Namasté

zondag 25 maart 2012

(21)We laten de piep nooit afgaan!

Op vrijdag 23 maart 2012 werd ik geínspireerd door Paul de Leeuw om dit blogartikel te schrijven. De titel van dit stuk komt uit zijn theatershow "poephoofd"  welke ik door een plezierige samenloop van omstandigheden heb mogen aanschouwen. Het was januari, ik sprak met een klant over het theater en het gegeven dat we het te weinig bezoeken. Zij vertelde me dat ze kaarten had voor de theatershow van Paul de Leeuw maar dat de drieëntwintigste maart ook de uitgetelde datum was. Ik sprak met haar af dat ik "stand-by" wilde zijn en dat ze dat zelfs een dag van tevoren mocht beslissen of ze zelf wilde gaan. Op dinsdag besloot ze om de kaarten aan ons te verkopen.
Paul de Leeuw.....poephoofd....wat mag ik ervan verwachten? Ik heb het beloofd maar.....heb eigenlijk helemaal geen zin. Ingrid ook niet echt. Nou, laten we toch maar gaan. Meestal wordt het dan wel leuk.

Donderdagavond 22 maart.
De donderdagavond is voor Rodger en mij altijd een mannenavond.  Meestal kijken we gezellig naar TV en drinken samen koffie. Bedtijd is dan ook iets later dan normaal. Vandaag stel ik hem voor om naar de zaak te gaan om zijn haar te knippen. Het antwoord weet ik natuurlijk al, het liefst laat hij iedere week zijn haar knippen. Maar zoals de schoenmaker op de slechtste schoenen loopt, zo weinig knip ik mijn eigen familie.                                                                                                                                                   We wandelen samen naar de zaak en ik vertel hem -zoals ik bijna iedere dag doe- hoeveel ik van hem houd. We beloven elkaar dat we iedere onenigheid zullen bijleggen en dat we nooit boos blijven, wat er ook gebeurt. Hij bevestigt. Ik vraag hem of we ook na een fikse ruzie weer vrede sluiten en vrienden zullen blijven en weer antwoordt hij "ja". Ik sla mijn arm om zijn tengere schoudertjes en ervaar hoe gelukkig ik met hem ben en hoe lief ik hem vind. Samen lopen we naar de zaak waar ik hem vervolgens zijn kapseltje maak zoals hij dat graag wil.

Vrijdagmiddag 23 maart.
Rodger moet om 17.00 uur naar toneelepetitie dus eten we wat eerder op de zaak. Op het moment dat ik hem naar binnen roep gebeurt er iets dat mij heel erg boos maakt. Zonder in detail te treden kan ik je zeggen dat ik woest was en hem een fors pak op zijn broek gaf. Ik, die steeds verkondig dat het slaan van een kind "onmacht" is. Mijn woede maakt op dat moment iemand van mij die ik niet zijn wil. Ik hou een rotgevoel over en denk aan het busongeluk van bijna twee weken geleden waarbij tweeëntwintig kinderen omkwamen. Zoveel ouders die hun kinderen voorgoed moeten missen en ik word ergens zo boos over waardoor ik dat tengere "poppetje" een paar ferme klappen op zijn achterwerk geef.

In het theater.
Na amper vijf minuten hadden we al geen spijt van de kaarten die ik had overgenomen. We zaten lekker sterrang voor weinig geld en Paul de Leeuw kreeg keer op keer de zaal plat van het lachen. Zijn relatie met zijn man en zijn geadopteerde zonen liepen als een rode draad door de voorstelling.
Pauls' jongste zoontje werd met zesentwintig weken geboren en kwam als "specialneedbaby" in de couveuse. Met tweeëndertig weken mocht het kindje het ziekenhuis verlaten en na een controle in een gespecialiseerd oogziekenhuis mocht het mee naar Nederland. Wel moest de baby elke drie uur medicijnen toegediend krijgen, daarvoor moest de wekker gezet worden. Een apneu-kastje zorgde ervoor dat er een piep afging wanneer de ademhaling langer dan zeven seconden stopte. Alvorens naar Nederland te reizen bleven vader en zoontje nog een nacht in het hotel. Opeens schrok Paul wakker van de piep, de piep ging af! Het aanhoudende piepsignaal dat wij associëren met een einde van een leven stopte niet. De baby ademde gewoon maar paniek vanwege een aanhoudende piep.........
Electroden: check! Apneu-kastje: check! Maar de piep gaat af en dat betekent dat.................... de wekker uitgezet moest worden. Dolgelukkig omdat de piep niets te maken had met de gezondheid van de prematuur zei Paul: 'we laten de piep niet afgaan he'. Oftewel: We laten het niet toe dat er iets eindigt. Ik vind het schitterend: we laten de piep niet afgaan! Hoe vaak gaat in menselijke relaties de piep wel af, gewoon omdat men niet voornemens is om de piep niet af te laten gaan.
Ik dacht terug aan de donderdagavond en mijn honger naar bevestiging dat ook wij de piep niet af laten gaan Echter ik kende deze uitdrukking toen nog niet. De onenigheid met Rodger en de boosheid van enkele uren geleden priemde in mijn hart. Paul wist me wel te raken. Voordat Rodger naar oma ging logeren had ik moeten vragen: 'zijn we weer vrienden', maar dat had ik niet gedaan....... Het eerste wat ik deed tijdens de rit van Parkstad Theater naar huis was mijn schoonmoeder bellen en vragen naar mijn jongetje. Alsof er niets gebeurd was kwam hij aan de telefoon. Ik deed hem de groeten van Paul de Leeuw en vroeg of we nog vrienden waren....... Zonder aarzelen zei hij "ja" en ik besefte hoe onvoorwaardelijk liefde soms kan zijn. Mijn avond was perfect en ik dacht..................
Wij laten de piep NOOIT afgaan!

zondag 18 maart 2012

(20)Relaties, enkele inzichten.

Op een moment als dit, waarop je de titel van mijn blogpost leest zul je denken: wat weet een kapper nu over relaties? Bijna niets! Het enige wat ik van relaties weet is dat er veel mislukken, oftewel zijn ze van kortere duur dan in het begin de bedoeling was. Laat ik nu toevallig ook nog weten hoe dat meestal komt.........

Relaties mislukken meestal wanneer ze zijn aangegaan om redenen die niet uitgesproken gunstig of bevorderlijk zijn voor de overleving ervan. De meeste mensen beginnen eerder een relatie met een oog op wat ze eruit kunnen halen dan wat ze erin kunnen stoppen. Punt!

Laat deze twee zinnen even tot je doordringen. Terwijl je denkt aan je eigen relatie of aan een relatie van goede bekenden, dan herken je bovenstaande tekst. Je durft er bijna niet aan te denken maar diep in jouw hart weet je dat je bij jouw partner-keuze een ideaal-beeld voor ogen had. Een materiële drang of een beloofd sprookje is de basis voor je relatie, echter worden ze slechts tot gouden handboeien die jouw werkelijke geluk in de weg staan . Het volhouden van een liefdeloos leven  -terwijl iedereen tegen je op kijkt-  is een kwestie van tijd. Ik heb al heel wat "mooie plaatjes" gezien en hoe mooier het leek, hoe slechter begreep ik ooit hun breuk.

Wanneer je zegt dat je "niets" was voordat de ander in je leven verscheen, leg je een te hoge druk op de ander om te zijn wie hij of zij werkelijk niet is. Het schept verwachtingen die -wanneer ze niet worden waargemaakt- alleen maar teleurstellend werken. Laatst hoorde ik een uitspraak van een man die een vrouw ervan wilde overtuigen dat hij de "ware" was. Het luidde als volgt: 'Ik weet zeker dat ik jou heel gelukkig zal maken'. Walgelijk! Wat denkt een man wel als hij denkt iemand gelukkig te maken?...... Neem van mij aan dat niemand een ongelukkige -potentiële toekomstige-  partner gelukkig kan maken door het aangaan van een relatie. Gelukkige mensen kunnen wel hun "gelukkig zijn" samen vieren. Het doel van relaties is niet om een ander te hebben die jou kan vervolmaken. De bedoeling is dat je een ander hebt waarmee je je volmaaktheid kunt delen.

Vaak wordt het woord "alleen" door veel mensen geassocieerd met "eenzaam". Ik herinner me nog de tijd dat ik dat ook deed. Wij denken dat mensen die alleen kerst vieren eenzaam zijn. Iemand die gelukkig alleen is, is al-een. Wanneer je (al) één bent, ben je niet half.
Halve mensen bestaan, echt waar! Nu vinden mijn lezers die "wijsneuskapper" echt te ver gaan. Maar wanneer ik je uitleg hoe dat zit, dan zul je het begrijpen.

We zitten vast in het stadium dat we buiten onszelf geslachtsenergie zoeken in iemand van het andere geslacht. We raken eraan verslaafd omdat we niet de energie van de andere sekse in ons zelf hebben aangeboord. Wanneer mensen zich niet compleet voelen of alleen , zijn ze vergelijkbaar als ronddolende letters "C". Ze zijn naarstig op zoek naar die andere "C" om de circel rond te maken, waardoor ze samen de "O" kunnen vormen. Zij ervaren dit als verliefdheid omdat ze elkaars energie aanvullen. Hun seksuele/liefdes-relatie begint vurig en energie-rijk. Op het moment dat ze geen energie meer aan elkaar kunnen geven of ontlenen en ze losgekoppeld zijn van de bron (moeder aarde), ontstaat er een machtsstrijd. Ze zijn immers twee hoofden op één individu. Wanneer er geen van beiden onderdanig aan de ander is  -zoals vaak bij vroegere generaties  het geval was-  zal de machtsstrijd uitmonden tot woede en haat. Ik denk daarbij aan de generatie van onze ouders en voorheen. In die tijd kenden de meeste relaties een dominante persoon en een volgzame. Omdat de "volgzame" niet tegensprak, waren dit ogenschijnlijk goede huwelijken.


Om van liefde verzekerd te zijn gaan mensen zelfs hun gedrag veranderen of beter gezegd: aanpassen, zodat uiteindelijk twee mensen zichzelf kwijt zullen raken binnen een relatie. Twee mensen beginnen samen aan een relatie, in de hoop dat het geheel groter zal zijn dan toen zij alleen waren. Je moet eerst jezelf als waardevol beschouwen alvorens je een ander als waardevol kunt ervaren. Wat niemand vol kan houden is dat de ander Heiliger is dan jezelf.

Onbegrip is ook vaak debet an het mislukken van relaties. Wanneer partners verschillend zijn ingesteld dan kan er een situatie ontstaan zoals onderstaand voorbeeld. Er zijn drie hoofdgroepen waarin de instelling van mensen wordt weergegeven t.w: de Visueel-, Auditief-, of Kinesthetisch ingestelde mens.
In het kort: Visueel: zien; Auditief: horen; Kinesthetisch: doen, gevoel

Wanneer we ervan uitgaan dat een liefdesrelatie vaak beheerst wordt door verwachtingen van elkaar, is het niet verwonderlijk dat verschillend ingestelde partners zich ook vaak kwijtraken binnen een relatie.Voorbeeld: Een vrouw komt bij een relatie-therapeut op het spreekuur en jammert dat haar man in geen tijden eens gezegd heeft hoeveel hij van haar houdt. De therapeut vraagt of haar man de volgende keer alleen op spreekuur kan komen. Tijdens het gesprek met haar man vertelt deze aan de therapeut dat hij niet meer weet hoe hij zijn vrouw duidelijk moet maken hoeveel hij van haar houdt. Hij zegt: 'Ik breng wekelijks bloemen mee naar huis, breng haar elke zondagmorgen ontbijt op bed en heb laatst een maandloon uitgegeven aan een peperdure ring voor haar. Maar niets, maar dan ook niets waarmee ik mijn liefde voor haar duidelijk kan maken'. De vrouw is echter auditief ingesteld en heeft graag bevestiging door het gesproken woord. De man daarentegen is kinesthetisch ingesteld en getuigt zijn liefde voor haar door daden.

Een veelgehoord uitspraak die een hoog waarheidsgehalte bevat maar beslist geen basis is voor een langdurige relatie vind ik: "elkaars tegenpolen trekken elkaar aan". Het is absoluut interessant om iemand te ontmoeten die totaal anders is dan jij bent. Maar wanneer je een relatie met die "andere" persoon hebt en de endorfine je hersenen weer heeft verlaten, dan zijn die "tegenpolige" karaktertrekken ineens niet leuk meer, erger nog: het stoort steeds meer!

In mijn klantenkring kwam ik een relatie tegen tussen een man die op zijn 26e een dwarslaesie kreeg. In de tijd dat hij in de kliniek "zat" kreeg hij een relatie met een verpleegster die hem in de tijd vlak na zijn ongeluk verpleegde. Het klinkt misschien hard maar een gezonde jonge meid begint niet zomaar een relatie met een invalide man. Het eerste wat in me opkwam dat was: die loopt wel niet zo snel weg. Nadat deze relatie werd beëindigd door de "rolstoeler" wist ik intuïtief hetgeen hij mij ook bevestigde. De vader van het meisje had haar moeder verlaten toen zij nog jong was. Regelmatig zie je bij kinderen waarvan een van de ouders ooit vertrok een soort verlatingsangst. De gedachte dat een invalide man een gezonde vrouw nooit zal verlaten is een illusie. Ook "medelijden" is geen  basis. Het is onmogelijk om een half leven hulpverlener voor jouw wederhelft te zijn.

Enkele citaten.
Wanneer je twijfelt aan de ander twijfel je aan jezelf. Wanneer je denkt dat de ander niet genoeg van je houdt, houd je niet genoeg van jezelf.

Hoe kun je ooit verwachten de gevoelens van een ander te begrijpen en te respecteren als je dat niet met de gevoelens van jezelf kunt.

In mijn omgeving heb ik vaak relaties zien stranden die door relatiebemiddeling tot stand kwamen. Veelal mannen die een relatie kregen met een dame uit het voormalig Oostblok of een arm land. Al deze relaties mislukten omdat zowel de man als de vrouw alleen maar voor ogen hadden welke voordelen deze relatie hen kon bieden. Ook heb ik relaties zien eindigen omdat mensen niet elkaars taal spraken, en daarmee bedoel ik, dat hun liefde niet was opgewassen tegen de verschillen van ingesteldheid. Het meest kan ik me vinden in het achtste inzicht, een inzicht welke parallel loopt met de zienswijze van God. (volgens JD Walsch) Wanneer beide partners een heelheid vormen, hun energieën van beide geslachten hebben geïntegreerd en alleen "al-één"  zijn, dan kunnen ze in een voordurende staat van verliefdheid verkeren.

De bronnen die mij hielpen om mijn ervaringen te verwoorden waren:
De gesprekken met God van  Neal Donald Walsch.----- NLP en Relaties van Paul Liekens ----- De Celestijnse Belofte van James Redfield

Het Leven, mijn leven!

woensdag 29 februari 2012

(19)Wat vliegt de tijd.

Hoe vaak wordt gezegd dat de tijd vliegt? Volgens mij gaat er geen dag voorbij zonder vaststelling van het feit dat de tijd snel gaat. Rond de jaarwisseling zeggen we tegen elkaar dat het jaar weer omgevlogen is. Wat is dat toch dat wij in de veronderstelling zijn dat het verleden slechts een flits van herinneringen is?

Ik heb het antwoord: Alle niet nominale dagen deleten wij!

Als kind dacht ik -zoals de meeste kinderen- dat de tijd die voor me lag oneindig lang was en dat ik eenmaal als oude man, tevreden terug zou kijken op een heel lang leven. Een leven dat in mijn beleving lang genoeg zou zijn geweest zodat ik niet zou treuren om mijn naderende einde.
In mijn kappersstoelen ontmoet ik mensen van negen maanden tot negentig jaar. Er gaat bijna geen knipbeurt voorbij zonder gesprek, ik laat dat ook niet toe omdat ik een hekel heb aan stiltes tijdens mijn werk. De hoogbejaarde mensen die me vertellen dat het leven voorbij gevlogen is, maken een einde aan mijn illusie uit mijn kinderjaren.
Maar ik kon en wilde niet geloven dat ik in mijn laatste levensdagen zou denken dat het leven van kortere duur zou lijken dan het in werkelijkheid was. Het fenomeen "tijd" hield me meer en meer bezig.

Toen ik een uitspraak van Albert Einstein las, had ik het antwoord. Albert Einstein zei ooit: 'tijd bestaat niet echt, tijd is slechts een illusie. Jouw leven is slechts een pakketje gebeurtenissen waarvoor jij tijd nodig hebt om te beseffen dat ze werkelijk gebeurd zijn".
Ja natuurlijk! Hier had ik de sleutel. Wij onthouden alleen de gebeurtenissen die noemenswaardig zijn en al die andere dagen waarop niets bijzonders gebeurt deleten wij net zo gemakkelijk als wij spam-mail naar de prullenbak verwijzen. Het kan ook niet anders: een jaar heeft toch 365 dagen. Al deze dagen hebben ongeveer achttien uren waarop je bezig bent met van alles en nog wat. Iedere morgen moet je weer opstaan, naar de wc gaan. Ontbijten en tanden poetsen, douchen. Ruiten ijsvrij maken. Naar je werk rijden. Werken. Voor het avondeten zorgen. Televisie kijken en naar bed gaan. Kortom, een dag is een dag en niets minder mits je niet sliep.

Dus je onthoudt de nominale gebeurtenissen zoals de geboorte van je kind, je trouwdag, de sterfdag van een dierbare, een heerlijke onvergetelijke vakantie of een eenmalig feest.
Mijn inziens zou je jouw leven moeten vullen met onvergetelijke momenten waardoor er zo weinig mogelijk dagen in de prullenbak van je geheugen belanden. Het is beslist bijna onmogelijk om van iedere dag een feestdag te maken maar je kunt er wel naar streven. Zorg dat je niet aan het eind van je leven een onverzadigd gevoel overhoudt en denkt dat het maar even geduurd heeft want als je 92 jaar wordt dan loop je toch  zo'n 33.600 dagen rond op deze aarde.

Tijd, het fascineert me al jaren en ik begrijp er nog steeds te weinig van. Wanneer duurt iets lang of gaat iets te snel? Wanneer je vier uren doorbrengt met een heel aantrekkelijke dame kan het zijn dat die tijd voelt als vier minuten, echter wanneer je vier minuten met je blote billen op een hete kachel MOET zitten dan lijken het wel vier uren.

Gebruik je tijd zorgvuldig, maak  -als het kan-  zo veel mogelijk nominale (blije) momenten waardoor je aan het eind van dit aardse bestaan kunt zeggen: het is goed geweest, het was prachtig!

Namasté.




zaterdag 21 januari 2012

(18) Wij zijn allen één. Waar of niet waar?




Zijn we echt allemaal met elkaar verbonden? Zul je zelf ervaren wat je een ander hebt laten ervaren, zowel positief als negatief?  Omdat we allen één zijn? Heeft al wat leeft een ziel? Hoe ziet die ziel eruit en waar huist deze in het lichaam? Kan de ziel kiezen in welk lichaam zij wil ervaren?  Bovenstaande vragen hielden mij wel eens bezig. De antwoorden op mijn vragen vond ik voor een groot gedeelte in het "Derde Gesprek Met God"  van Neal Donald Walsch (hierna afgekort als NDW). Hoe verklaar ik dat ik een hekel aan iemand kan hebben? Het idee dat sommige mensen met mij verbonden zouden zijn, doet me sidderen. Denk nu niet dat ik een lijstje met namen heb van mensen waaraan ik een bloedhekel heb, maar zoals zo velen onder ons ken ik wel een paar personen waarmee ik echt niet verbonden wil zijn.


Zoals ik in een vorige column al eens schreef, kiest de ziel een lichaam om te ervaren hetgeen zij wil ervaren. Ook kiest de ziel om als oude en ervaren ziel ter wereld te komen of om met een schone lei, zich niets herinnerend, te beginnen. Ook weet de ziel hoe lang deze het aardse lichaam nodig heeft en heeft ze de vrijheid het lichaam te verlaten wanneer haar lessen geleerd* zijn. (*lees: herinnerd) Elke ervaring, hoe goed of slecht wij deze ook mogen beoordelen, is een keuze van onze ziel, een ervaring die zij nodig heeft om te groeien. Het feit dat er nog enkele mensen zijn die mijn bloeddruk doen stijgen geeft aan dat mijn ziel nog een tijdje "in de leer" zal zijn.

Hoe ziet de ziel er uit?
Volgens NDW is de ziel groter dan het lichaam. Hiermee gaat de fabel dat de ziel ergens onder of achter het hart zit niet op. Het lichaam wordt omringd door de ziel. De hierboven geplaatste foto kwam ik op het internet tegen en zette mij aan tot het schrijven van deze column. Volgens de openbaringen van God aan NDW zijn wij allen afkomstig van één en dezelfde ziel maar hebben we er zelf voor gekozen om ons af te splitsen zodat we allen een eigen ziel hebben. Ook dieren hebben een ziel. Als je daaraan twijfelt: kijk dan eens diep in de ogen van een dier. Het is onwaarschijnlijk dat een ziel die in een mensenlichaam heeft gehuisd een reïncarnatie verkiest naar een dieren-lichaam. Heb dus geen angst dat je bij het spitten in de tuin jouw opa of oma door midden klieft want die theorie verwijs ik naar het rijk der fabelen.
 Hoe ziet dan die verbondenheid eruit? Volgens NDW kun je het vergelijken met ruimtes in een huis. In een huis is de lucht in de keuken dezelfde als die in de woonkamer, de slaapkamers, de hal en het toilet. Alle ruimtes zijn met elkaar verbonden waarmee ook de lucht. Toch lijkt het dat er in ieder vertrek een andere lucht hangt. In de keuken zal het door de geurtjes die het bereiden van eten met zich meebrengt anders ruiken dan in de woonkamer, maar de lucht is dezelfde. In het toilet waar regelmatig de spuitbus wordt gebruikt ruikt het ook weer anders maar ook weer dezelfde lucht. Het verschil is dat de lucht in het ene vertrek je beter bekomt dan die zelfde lucht in de andere ruimte. Mensen zijn ook met elkaar verbonden maar door hun verscheidenheid in gedrag zoeken gelijkgestemden elkaar op en vertoeven ze graag met elkaar.


Mijn vorige artikel ging over “vergeven”. Ik kreeg een reactie van iemand die vond dat ze wel kon vergeven maar ze vond het wel beter om de personen die zij vergaf, niet meer te zien. Ik vind dat heel begrijpelijk. Ik zie regelmatig mensen voorbij gaan die ooit deel van mijn leven uitmaakten. Ik ben niet boos en haat ook niemand maar ik voel me ook niet prettig in hun nabijheid ondanks de verbondenheid.


Ik geloof dat zielen afspraken maken voordat ze in een lichaam huizen, maar of onze geest deze afspraken herinnert,….dat is nog maar de vraag. Soms ,ik denk heel soms, komen zulke zielen elkaar tegen. Zijn dit zielsverwanten? Zijn dit tweelingzielen?  Kunnen zielsverwanten ook in een vorig leven broer en zus zijn geweest waardoor er een verwantschap wordt waargenomen die men zomaar verwart met liefde zoals in een relatie? We willen zo graag alles begrijpen opdat het grote mysterie geen mysterie meer is. Maar wij aardse stervelingen begrijpen gewoonweg niet alles, althans: IK niet. En dat is maar goed ook, anders bleef er niets meer over om te leren, om  te ervaren. Mijn visie van de ziel, hoe deze eruit ziet en hoe deze opgaat in een andere ziel alsof ze ooit, daarginds, de afspraak hebben gemaakt elkaar terug te vinden in deze menselijke  vorm, zie ik in een perfecte weergave terug in bovenstaande foto.

Ja, wij zijn met elkaar verbonden. Zodanig dat alles wat we een ander aandoen, wij ons zelf aandoen. Zodra wij onze aardse banden verbreken zullen we dat ervaren. Pijn of verdriet die wij anderen aandeden zal onze pijn en verdriet worden. De vreugde die we aan mensen gaven zal onze vreugde zijn. 

Ik weet bijna zeker dat er lezers zijn die meer weten van de ziel en haar verbondenheid. Ik zou het heel fijn vinden wanneer er aanvullend wordt gereageerd. Kritische reacties zijn ook welkom.  In deze column heb ik voor de vrouwelijke ziel gekozen. Dit deed ik bewust. De ziel is nog mannelijk, noch vrouwelijk, maar het feit dat het onzichtbare - zoals bijvoorbeeld God-  nog te vaak als mannelijk wordt voorgesteld, heb ik vandaag voor een vrouwelijke vorm van de ziel gekozen. ” Zij”  klinkt immers mooier dan “het”..........toch........

woensdag 18 januari 2012

(17) Vergeven, dat kun je leren.

Een ander vergeven, is het beste geschenk dat je jezelf kunt geven! 

Vergeven is vaak gemakkelijk als het om kleine dingetjes gaat maar kun je ook vergeven als iemand je echt iets heeft aangedaan? Enige tijd geleden kwam ik op Youtube de "Dalai Lama Mantramix 7" tegen en ik dacht: Wow....dit is het toppunt van vergeven! De Lama vertelt over een monnik die door het Maoïstische bewind in 1959 opgepakt werd en in een Chinese cel belandde. Na achtien jaren in de cel doorgebracht te hebben, werd hij vrijgelaten vanwege een machtswissel in China. De Lama en de monnik zijn goede bekenden van elkaar. Na zijn vrijlating ontmoet de Dalai Lama de monnik in India en praat de monnik over het dreigende gevaar dat in al die jaren gevangenschap op de loer lag.   'Gevaar?'...vroeg de Lama, 'gevaar voor je eigen leven?' 'nee, maar het gevaar, dat ik mijn compassie jegens de Chinezen zou verliezen', sprak de monnik.

Op 4 augustus 2000 werden wij brutaal bestolen. Het was een zwoele zomeravond waarop we de 3e verjaardag van Jill -onze dochter- vierde. Vanwege een dreigend onweer vierden we haar verjaardag binnen, destijds de woning boven onze zaak. Het was de eerste werkweek na onze vakantie en zoals gewoon  mega-druk en een super omzet in de kapsalon. De plaatselijke SRV-man van destijds had mijn klanten van het verhuurbedrijf bediend, waar ik ook na mijn vakantie mocht gaan afrekenen. Dubbel kassa dus! Nu is zo'n goede omzet geen overbodige luxe na een vakantie. Immers, we hadden ook twee weken helemaal geen inkomsten, dus die centjes moesten echt naar de bank. Destijds droeg ik nooit -en nog steeds niet-  een beurs op zak. Tot grote ergernis van mijn vader die vond dat geld niet los in een broekzak hoorde te zitten. Een beurs in je broekzak tekent af en lokt sneller een dief dan een paar briefjes los in je broekzak was mijn antwoord. Toch gebruikte ik in die tijd wel een beurs wanneer ik afrekende bij de klanten van mijn toenmalige verhuurbedrijf Party Limburg. Ik haalde ik het wisselgeld netjes uit mijn horecabeurs. Ik wilde immers niet overkomen als het "type-auto-sloper".
De bewuste avond rende ik na de laatste klant snel de trap op om me wat op te frissen.  In mijn haast had ik de "grote" beurs met  ongeveer 3500 gulden in een open kast op de badkamer tussen twee stapeltjes handdoeken gelegd. Gezellig vierden we de verjaardag van Jill, niet meer denkend aan de beurs op de badkamer waar tevens het toilet was. Pas de volgende morgen miste ik de beurs maar ik kón en wilde niet aan diefstal denken. We waren immers met een klein gezelschap en iedereen was zo zomers gekleed, in T-shirt en korte broek, dat het gewoonweg onmogelijk was om zo'n gevaarte ongezien naar buiten te smokkelen. Het kon slechts één iemand gedaan hebben, een vrouw die met een tas haar kind verschoonde op de badkamer en daarna direct naar huis wilde. In nette juridische taal heet dat dan: aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid. Een verdachte blijft een verdachte totdat het tegendeel bewezen is. Daar zaten we dan: een geplunderde bankrekening, onze belangrijkste omzet van het jaar gestolen en een stapeltje onbetaalde rekeningen die tijdens onze vakantie onze brievenbus wisten te vinden. Ik had een week lang keihard gewerkt en goed verdiend, maar ik voelde me vernederd tot op het bot toen ik tegen Ingrid moest zeggen dat ze alleen de hoogstnodige boodschappen mocht kopen voor de dagen die volgden.

Al jong was ik van mening dat ik iedereen  betaald moest zetten voor hetgeen mij werd aangedaan. Nam je me te grazen, dan pakte ik je twee keer zo hard terug. De man die ééns mijn liefje afpakte bezorgde ik de slechtste dag van zijn leven en de zatlap die me eens een kroket in mijn gezicht duwde, wachtte ik op in de nachtelijke uren vóór de uitgang van een dancing.   "Vergeven" bestond in mijn wereld niet!  Naarmate ik ouder werd bezocht ik steeds vaker de kerk. De schuldbeleidenis aan het begin van de mis was voor mij zoiets als een wekelijkse "schone-lei-verklaring".  Echter ik piekerde alsmaar door over de mensen die mij destijds zo vernederd hadden met hun hebzucht en hoe ik ze te grazen zou nemen. ....(ik belijd voor de almachtige God dat ik gezondigd heb, in woord en gedachten, in doen en laten)....... Een goede vriendin die toentertijd aan een dodelijke longkanker leed raadde me aan om niet te haten. Ze sloeg met een vuist op haar borstkas en zei: 'als je iemand haat met iedere vezel uit je lichaam dan maakt het jou ziek, mijn ziekte welteverstaan'.  Ik probeerde anders te zijn, ik probeerde te vergeven maar wat was dat verdomd moeilijk. Na het lezen van "lifechanging" lectuur besloot ik werkelijk te gaan vergeven. Ik besefte opeens dat ik het aan mezelf verplicht was. Immers, wie heeft er baat bij de woede die ik voel wanneer ik aan die mensen denkt? Niemand! Het schaadt mij. Straf ik hen door mijn woede? Nee! Ze pakken me nog meer af dan louter geld, namelijk mijn levensvreugde. Met negatieve gedachten schaadt je maar een iemand, jezelf. Ik vertelde Ingrid dat ik de "verjaardagsdieven" had vergeven en dat ik ze zelfs nog koffie met gebak zou aanbieden wanneer ik ze in een lunchroom zou tegenkomen. Ze keek me aan of ze water zag branden. Ik meende wat ik zei, ik vergaf het hen! Ik was ineens dolgelukkig dat ik niet zo ben zoals zij.

Zij waren het die mij lieten zien wie ik absoluut niet wil zijn. Deze mensen hebben mij geleerd te vergeven. Zij hebben me geleerd compassie te hebben met de mensen die het juiste pad nog niet bewandelen. Zij hebben me deels gevormd tot degene die ik "in wording" ben. Ik ben hen dankbaar!

Wanneer je de moed hebt om wonden te laten helen in wijsheid, zal je degenen die jouw wonden maakten kunnen vergeven. Het is niet nobel om superieur aan een ander te zijn, het is nobel wanneer je superieur bent aan je vroegere "zelf" Wanneer je jezelf en een ander kunt vergeven, dan pas zal je werkelijk verlichting vinden.

...moge de Heer onze God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven en ons geleiden naar het eeuwig leven, amen.

vrijdag 13 januari 2012

(16) De Verhalentafel.

EEN BIJZONDERE ONTMOETING AAN DE VERHALENTAFEL…….

Zondagmiddag 6 november 2011 om 14.36 uur,

(Roger)….lieverd, kijk eens naar deze broek, die heb ik toch schoon uit de kast gepakt? (Ingrid) ‘Ja maar als jij daar nog eerst mee in de tuin werkt krijg ik die spijkerbroek niet in één wasbeurt schoon’. ‘He, verdomme, ik stap zo meteen in de auto naar Den Bosch en heb geen zin om me nu nog om te kleden. Als die mannen strak in het pak lopen dan kom ik daar als enige in mijn spijkerbroek en overhemd’. Wie is Jan Jaap en wie is Martin? Hoe zien ze er uit, hoe zijn ze gekleed?  Verdorie, alsof ik zo onzeker ben. Maar stel je voor: ik stap in Den Bosch een restaurant binnen vergezeld door twee mannen die zich strak in een pak hebben gehesen en ik zit daar bij met mijn –net niet schone- spijkerbroek. Opeens schoot mij te binnen hoe wij ons ontmoetten. Jan Jaap , Martin en ik kwamen elkaar tegen op TenPages.com. Noem het maar de kweekvijver voor aanstormend schrijverstalent. Beiden zijn schrijvers die ongeveer tegelijkertijd hun manuscript hadden gepubliceerd op bovengenoemd schrijversplatform. De personen Jan Jaap en Martin zal ik zo meteen beknopt omschrijven, zodat ik niet te veel afdwaal van het thema “dresscode” waarvan ik dacht dat die er zou zijn. Wanneer je hetzelfde pad bewandelt, elkaar virtueel ontmoet en er opeens een grote drang ontstaat om elkaar “in het echt”  te ontmoeten dan hoef je toch niet voor een kleerkast te staan. Ik besloot te vertrekken als mezelf! Gewoon Roger, zoals Roger zich prettig voelt. Ik twijfelde nog of ik mijn elf jaar oude Hyundaii bus nog even door de wasstraat zou rijden, stel je voor: die Jan Jaap die heeft een glimmende bolide op zijn oprit staan en ik zet daar mijn “volgescheten”  busje achter. Maar nee, ik vertrok naar Den Bosch in mijn dagelijkse kloffies en mijn ”vogelpoep-bus”. Ik woon nu eenmaal graag in een straat waar dikke platanen  huisvesting bieden aan een veelvoud aan vogels. Vogels die net als wij ook stoelgang hebben. De enige verschillen zijn de hoogte en de frequentie. Tijdens mijn rit naar Gemonde (vlakbij Den Bosch,  de woonplaats van Jan Jaap) voelde ik me als een puber die naar zijn eerste afspraakje ging. Ik zou mensen ontmoeten die ik louter kende van het internet. Onze afspraak was om vier uur maar zoals een echte Limburger betaamt te doen wordt er een Limburgs kwartiertje aan vast geplakt en komt iets later.

16.19 uur

De aankomst was meer dan hartelijk. Een warm welkom in een gezellige Brabantse boerderij. Jan Jaap publiceerde zijn manuscript “Woorden Voor Mijn Vrienden” en Martin “Dansen Met Herinneringen”. Jan Jaap is een verhalenman. Hij schrijft verhalen voor vrienden en publiceert deze.  Bij binnenkomst in de gezellige -met riet gedekte- boerderij nam ik plaats op de bank voor de enorme salontafel. De tafel stond vol met “prullaria”. Elk voorwerp op de tafel herbergde een verhaal en het eerste woord dat in mij opkwam was: Verhalentafel! Ja natuurlijk: bij een verhalenman hoort een verhalentafel en een verhalenboek en een………goed verhaal.                                                                  Vanuit Lelystad kwam Martin aan op het station van Den Bosch. Jan Jaap haalde hem op vlak voordat ik arriveerde. Ook had ik wat aandelen in het manuscript van Martin geïnvesteerd en had daarmee een Nintendeo 3DS gewonnen. De laatste zondag in september was een warme zomerdag. Het was heel rustig op TenPages en bij wijze van experiment verlootte hij dit “speeltje” om de stilte te breken onder investeerders die minstens vijf aandelen kochten. Een aandeelhouder kocht er vier en ik acht! Eindelijk was ik eens winnaar van iets! Martin voegde de daad bij het woord direct na mijn aankomst en overhandigde mij de Nintendo.                                                                                                                                                                              
Daar zaten we dan, drie mannen uit verschillende geboortejaren op een gelijke frequentie.  Een vertrouwd gevoel alsof we elkaar al jaren kende. Ik gebruik bewust het woord "leeftijd" niet want leeftijd noem ík de tijd waarin je leeft. Wij leven in 2012, dat is onze leef-tijd! Onder het genot van Franse kaas, olijven en niet te vergeten een Margeaux  uit 1981 praatten en filosofeerden wij alsof we ooit klasgenoten waren. Wij zijn zonder twijfel zeer met elkaar verbonden. De middag vloog voorbij, immers  “time flies when you’re having fun”.  Voor de avond had Jan Jaap  gereserveerd bij een restaurant in de binnenstad waar we heerlijk hebben gegeten. De zesde november werd een dag met een gouden randje. Een dag waarop ik twee mensen ontmoette die mij weer inspiratie gaven. Inspiratie die ik hard nodig had omdat ik al twee jaar aan mijn boek werk maar door vermeend tijdsgebrek niet voltooi.

Na ons etentje in de binnenstad van Den Bosch brachten we Martin weer naar het station. (zie foto) ik had nog een ritje voor de boeg. Een mooie gelegenheid om op de stille snelweg mijn dag te verwerken. Jan Jaap, de verhalenman. Martin, de copywriter die diep over het leven nadenkt. Twee mensen die een onuitwisbare indruk op mij hebben gemaakt mocht ik zomaar ontmoeten. Zomaar, omdat ik rondstruin op TenPages.
In 2012 zal een dag komen waarop ik mijn manuscript op TenPages publiceer.  Ik hoop vurig dat ik ook de steun en de warmte mag ontvangen zoals mijn vrienden dat ontvingen. Deze week verkocht mijn tiende investering alle aandelen. Wat mijn aandelen in de boeken me in de toekomst zullen brengen is nog onzeker maar de vriendschappen zijn rijkelijk.

Heb je ook iets met "schrijven" of zou je eens willen investeren in aanstormend talent, ga dan eens voor de aardigheid naar TenPages.com. Voor een goed advies kun je ook bij mij terecht.Waarom? Ik investeerde in manuscripten en schoot in een half jaar tien keer raak. Dat noemen ze bij TenPages: Een neus voor talent! Mijn meest recente vondst in de kweekvijver van TenPages wil ik jullie niet onthouden. http://www.tenpages.com/manuscript/maan
Het zal me niet verwonderen als we over een paar jaar massaal naar de bioscoop gaan om de verfilming van dit boek te gaan zien. Het is een mooi verhaal en het is geweldig geschreven door Guy Maalste. 

Namasté.........dat rijmt!




dinsdag 10 januari 2012

(15) TAAL en wat doet het met je.

Wat taal met je doet.
In dit artikel probeer ik uiteen te zetten hoe ons denken wordt beïnvloed door de woorden die wij uitspreken en de woorden die we horen. Door ons taalgebruik -in positieve zin- te veranderen, kunnen we onze gemoedstoestand veranderen of beter gezegd: verbeteren, waardoor we een positievere kijk op de wereld creëren.

Even iets over ons onderbewuste,
Ongeveer negentig procent van ons doen en denken wordt veroorzaakt door ons onderbewuste en tien procent door ons denkvermogen. Het zou niet goed zijn wanneer dit andersom was. Een dag werken zou dan veel te vermoeiend zijn. En een ritje met de auto was dan geen uur vol te houden, wanneer je steeds weer erbij na moest denken welke pedaal je moest intrappen om gas te geven, te remmen of te schakelen. Dit noemen we bewust gepland gedrag. Het bedienen van de pedalen wordt door ons onderbewuste gestuurd. Ons onderbewuste absorbeert -meer dan je denkt- alle indrukken om ons heen. We doen waarnemingen zonder dat we zelf weten dát we ze überhaupt waarnemen. Jouw onderbewuste kun je vergelijken met het verstand van een kind tussen twee en vier jaar. Reclamemakers weten dat ook. Wanneer je bijvoorbeeld naar een interland van het Ned. Elftal kijkt, worden jouw ogen negentig minuten lang gestreeld door de reclameborden van de Nationale Nederlanden. De dag erna gaat heel Nederland echt niet massaal hun verzekeringen bij NN onderbrengen, maar je onderbewuste absorbeert het wel en creëert er een vertrouwd gevoel bij. Ook de toestand in de wereld zoals deze in journaals wordt weergegeven, vormen onze kijk op de wereld. Zodat we vaak het positieve niet meer (kunnen) zien. Wanneer klanten mij confronteren met hun negatief beeld van de wereld, vraag ik hen wel eens naar welke TV-programma's ze kijken. Vaak krijg ik dan het antwoord welke ik al verwachtte. Ze kijken nl. naar alle journaals, actualiteitenprogramma's, twee vandaag, achter het nieuws etc.

Het gebruik van onze taal en ons onderbewuste.

De  bovenstaande alinea is bedoeld om in "Jip en Janneke-taal" aan te geven hoe beïnvloedbaar onze "onderbuik" is. In jouw eigen spreektaal zitten misschien genoeg ingrediënten om jou een rotdag te bezorgen. Ik streef er in ieder geval naar om geen extreme leugens uit te spreken.  Ter verduidelijking: extreme leugens zijn woorden die alle andere mogelijkheden uitsluiten zoals nooit; altijd; niemand; iedereen; helemaal; alles; niets; overal en nergens. Meestal zijn dit leugens en door het gebruik ervan ontstaat vaak onduidelijkheid in ons onderbewuste en beperken wij onszelf. Hoe voel je je wanneer je onderstaande zinnen uitspreekt? 
Ik kan niets goed doen bij jou.  Niemand houdt van mij.  Iedereen is tegen mij. Ik sta altijd voor iedereen klaar, maar nu heb ik eens iemand nodig, en nu zie ik niemand.
Klapper op de vuurpijl met extreme uitspraken zijn: "overal" is ellende" en "niemand" is te vertrouwen 
Denk erom! Je onderbewuste luistert mee en gaat zulke uitspraken als waarheid ervaren! 



Werkwoorden die jouw stemming beïnvloeden.
 Of beter gezegd: hulpwerkwoorden kunnen je stemming bederven. Mijn achterstand in mijn administratie ontstaat grotendeels uit het feit dat ik er steeds aan "moet" beginnen. Omdat ik wel eens naar een feest "moet" kom ik er meestal laat aan. Wanneer ik lekker aan het tuinieren ben "moet" ik opeens eten. Met tegenzin leg ik dan mijn tuingereedschap neer omdat ik me naar de keukentafel "moet" bewegen. Wanneer je het hulpwerkwoord "moeten" gebruikt, brengt juist dat je in de stemming van alle dingen waarvoor je nooit zelf gekozen hebt. Wanneer je "moeten" vervangt door rooskleurige hulpwerkwoorden zoals: "mogen, kunnen of willen" krijg je meer plezier in de dingen die je voorheen "moest" doen, dus meer plezier in je leven.Denk eens aan de voordelen welke je geboden worden wanneer je iets wil, kan of mag doen. Bijvoorbeeld. Ik wil mijn administratie doen waardoor ik meer vrijheid krijg om andere leuke dingen te doen. We mogen op bezoek gaan bij onze vrienden omdat het er altijd zo gezellig is. Ik wil nu gaan eten waardoor ik meer energie krijg om verder te tuinieren. Door het gebruik van rooskleurige hulpwerkwoorden kom je in de stemming van alles wat je graag doet, waarvoor je zelf kiest.
  

Ik doe mijn best om het woord "moeten" uit mijn vocabulaire te schrappen. het gebruik van extremen beperk ik tot een minimum. Beter gezegd, ik verbeter me zelf direct als ik ze gebruik. Tijdens het schrijven van dit artikel realiseer ik me dat ik mijn kwartaal-aangifte nog moet maken vóór het einde van de maand. Wanneer ik me realiseer dat een bijgewerkte boekhouding vrijheid biedt en ruimte in mijn hoofd dan kan ik er bijna niet meer omheen om het te willen.


Een heel intelligent boekje over taal en een echte aanrader is: Gevangen In De Taal van Paul Liekens. Het is een ankertje (uitgeverij Ankh Hermes) en kost doorgaans slechts vijf euro.

dinsdag 3 januari 2012

(14) Een gesprek met God.

Enkele jaren geleden kwam ik een verhaaltje tegen dat ik wilde delen, ik verwerkte het destijds in een groter geheel. Een gesprek met God is ongewoon maar ik zou Neal Donald Walsch tekort doen wanneer ik de titel van zijn eerste boek –Een Ongewoon Gesprek met God- zou “stelen”. Tegenwoordig hoor ik steeds meer het woordje “verhuftering”. De maatschappij “verhuftert” maar is dat wel zo? Groeit de groep egoïsten? Is “ieder voor zich en God voor ons allen” de normale gang van zaken tegenwoordig? Ik weet dat dit voor iedereen anders is. Ieder mens kijkt anders naar de wereld en neemt anders waar. Zo creëert een ieder een eigen model van de wereld. Ik zie ze beide en persoonlijk vind ik dat er slechts een kleine groep mensen is die boosheid en ergernis opwekt bij anderen. Ook ben ik van mening dat er een grotere kloof ontstaat tussen de grote groep die naar een hoger bewustzijn groeit en het groepje dat elke vorm van persoonlijke groei tegenhoudt. Wanneer ik in december naar de beelden van Serious Request kijk dan geniet ik van die positieve menigte op een plein. Als er dan ook nog 8.6 miljoen euro geschonken wordt ondanks de recessie, dan word ik nog blijer dan ik al ben.

De bron van het onderstaande “gesprek” kan ik niet vermelden maar het is in ieder geval niet van mijzelf..Wie het herkent mag het zeggen, graag zelfs.

EEN GESPREK MET GOD


Een man had op een dag een gesprek met God en zei: 'Heer, ik zou eens willen weten wat hemel en hel inhouden'. De Heer leidde de man naar twee deuren. Hij opende een van de deuren en liet de man naar binnen kijken. In het midden van de kamer stond een grote ronde tafel . In het midden van de tafel stond een grote pot met stamppot, welke heerlijk geurde en maakte dat de man watertandde. Echter de mensen die rond de tafel zaten waren ziekelijk, hongerig en mager. Ze hielden lepels in hun handen met erge lange handgrepen welke aan hun armen waren vastgemaakt. Het was voor een ieder mogelijk om in de pan met heerlijk eten te reiken en daaruit te eten, maar omdat de lepels langer waren dan hun armen lukte het hen niet om het eten naar hun monden te brengen. De man rilde bij het aangezicht van deze ellende en dit lijden. God zei:'nu heb je de hel gezien'. Ze gingen naar de volgende kamer en daar voltrok zich hetzelfde tafereel. De grote ronde tafel, de pot met heerlijk geurende stamppot en mensen rond de tafel met de zelfde lange lepels aan hun armen vastgemaakt. Het enige verschil was dat deze mensen wel gezond en doorvoed waren, lachend en pratend met elkaar. De man zei:'ik snap het niet, ik snap er echt niks van!' Totdat God tot de man zei: 'het is vrij simpel, zie je, deze mensen hebben geleerd elkaar te voeden, terwijl de inhalige mensen alleen aan zichzelf denken.


Ik weet zeker dat wanneer we eens minder aan (alleen) onszelf zouden denken en meer oog hebben voor de noden van naasten, wij er zelf beter van zullen worden. Misschien vind je de volgende zin “Secret-geneuzel” maar ik geloof erin dat je terugkrijgt wat je uitzendt. Niet zozeer á la minuut en één op één. De gierige vrek ziet met een betraand gezicht zijn einde naderen omdat eenzaamheid ten deel valt. Dit is de prijs die betaald wordt voor die gevulde bankrekening, maar leeggeroofde ziel. Met wat naastenliefde laat je de wereld beter achter dan je haar ooit aantrof. Namasté!

zondag 1 januari 2012

(13) Als je nog een dag te leven had........

William Saroyan -schrijver van The Human Comedy- bracht de denkwijze van de meeste mensen onder woorden toen hij enkele dagen voor zijn dood de media liet weten: 'iedereen moet sterven, maar ik had altijd het idee dat er voor mij een uitzondering zou worden gemaakt. Wat nu?'

De bitterste tranen die je in je leven huilt dat zijn de tranen van spijt aan het einde van je leven.

Dit blogartikel sluit naadloos aan op mijn vorige (op jouw sterfbed). Het is niet dat ik zoveel met het einde van mijn leven bezig ben want dat wil ik nog graag een tijdje uitstellen. Maar wat ik ook lees of welk gesprek dat ik voer, ik merk dat dit onderwerp steeds weer terugkomt. Niet voor niets! Mensen weten nu eenmaal allemaal dat ze sterfelijk zijn maar bijna iedereen gedraagt zich alsof hij het eeuwige leven heeft. Doodgaan hou je niet tegen, dat doen we allemaal een keer. We stellen onze dromen uit omdat de tijd er nog niet rijp voor is. Waarom plannen we veel zaken pas na die promotie of wanneer de kinderen de deur uit zijn. Waarom wachten we totdat de ander toenadering zoekt omdat we te trots zijn om zelf een ruzie bij te leggen of uit te praten. Weet je hoeveel mensen vanochtend lachend zijn opgestaan die de zonsondergang niet meer zullen meemaken vandaag. Waarom haalt een terminale kankerpatiënt zoveel waardevols uit iedere dag terwijl de gezonde niet eens ziet welke zegeningen deze dag voor hem in petto heeft.

Wat zou je doen wanneer je nog een uur te leven had, wie zou je bellen om te zeggen dat je van haar of hem houdt.
Regelmatig worden families verscheurd vanwege een ruzie. Soms om grote dingen, vaak om een akkefietje welke niet noemenswaardig is. Ik kan me bijna niet voorstellen dat wanneer je uit hetzelfde nest komt zo'n ruzie kan ontstaan. In de schaarse tijd dat ik TV kijk, zie ik wel eens het "familiediner" op de maandagavond. Ik vind het waanzinnig dat een enkel "sorry" of "het spijt me" niet uitgesproken wordt.

Ik zag eens hoe een tweeling al acht jaar met elkaar in onvrede leefde. Twee broers die in de goede tijden, waarin hun band nog hecht was, elkaars pijnen feilloos aanvoelden. Al die tijd hadden ze elkaar niet meer gezien of gesproken. de presentator van het programma, Bert van Leeuwen, bemiddelde door middel van een gesprek met beiden. Uitkomst: ze hebben elkaar al die tijd vreselijk gemist en zij zijn dolgelukkig met de hereniging.  Als ik Bert was zou ik de partijen maar één vraag stellen", Wanneer je nog maar een uur te leven had, zou je je broer dan opbellen?

Mijn tenen krullen steeds weer in mijn ouderwetse sloffen wanneer ik iemand hoor zeggen dat de ander de eerste stap moet zetten. Zet verdorie je ego eens aan de kant en zet zelf die eerste stap. Als je werkelijk denkt dat jouw verhaal de waarheid is, bedenk dan steeds weer dat er drie waarheden zijn. De jouwe, die van de ander en de echte.

De meeste mensen beseffen in hun laatste levensdagen pas wat belangrijk was in dit leven. Dat dit aardse bestaan slechts tijdelijk is. In je laatste levensdagen komt vaak pas de spijt om de hoek kijken. Niet de spijt van wat je hebt gedaan maar de spijt van de dingen die je niet hebt gedaan, de plekken die je niet bezocht hebt, de uitdagingen die je niet bent aangegaan, de vriendschappen die je niet gekoesterd hebt en vooral......de ruzies die je niet bijgelegd hebt. Destijds las ik het boek "Mijn Dinsdagen Met Morry". (een aanrader!!) De terminale professor Morry wordt iedere dinsdag bezocht door zijn vroegere student Michael. Een prachtig boek met de levenslessen van een oude professor aan zijn jongere leerling. Morry vertelt Michael over een voorbije vriendschap waarvan hij spijt heeft. Door stijfkoppigheid strandde deze vriendschap. Morry benadrukt dat dit het enige is wat hem spijt vlak voordat hij aan de ziekte A.L.S. overlijdt.

Leef alsof dit jouw laatste dag is

Wanneer je iedere dag zou leven alsof het je laatste was, zou je meer uit het leven halen, grotere uitdagingen aangaan, meer genieten van een "gewone" dag en je vriendschappen meer koesteren. Je zou je trots aan de kant zetten en degene waarmee je in onmin leeft, omarmen. We weten allemaal dat we sterfelijk zijn, alleen denken velen van ons dat dat nog zo'n vijfhonderd jaar duurt.
Stel je leven niet uit. Doe vandaag wat je nog wil doen, morgen is het misschien te laat. Bel die verloren vriend, vriendin, vader, moeder, broer of zus en zeg: "ik hou van je, ik wil je terug in mijn leven".